Wat zou ik doen als ik zou leven zonder angst?
In een leven zonder de angst om te falen, zou ik vrij zijn .
In een leven zonder de angst om alleen te blijven, zou ik mezelf zijn.
In een leven zonder de angst om afgewezen te worden, zou ik uiting geven aan wat er in me leeft.
Maar de angst houd me gevangen.
In een kluwen van gedachten ben ik verwikkeld.
Gedachten gevormd door mijn verleden als het afgewezen kind.
Als kind van afgewezen kinderen werd ik één van allen.
Bedacht Angstig en Verstrikt.
Midden in het donkerste van een van de vele koude lange nachten vraag ik me af.
Wie ben ik zonder mijn gedachten?
Zijn mijn gedachten ik?
Wie ben ik als ik vrij ben van de angst om niet mijn gedachten te zijn?
Deze vraag galmde in de nacht. Met de angst als echo op de nieuw ontstane klank.
Reis ik door de lange nachten heen.
En als in een door mijn wil gedroomde droom, droom ik me door angsten heen
Lange nachten volgen, de donkerte reist mee.
Op een ochtend, door vermoeidheid gezwicht breek ik in het licht.
Ik word wakker als vanuit een nare droom.
Pak mijn pen en schrijf gewoon.